Op 4 november heeft wethouder Van Ooijen online een raadsbrief gepubliceerd over het transitieproces van de hulp bij het huishouden in Utrecht. De Wmo Cliëntenraad Utrecht geeft hierop de volgende reactie:

De Wmo Cliëntenraad is in een vroeg stadium betrokken bij de nieuwe aanbesteding, met name het wijkgericht werken vinden wij een goede ontwikkeling. We hebben wel het gevoel dat van de voordelen van de nieuwe opzet weinig terechtkomt als de huishoudelijke hulpen op verzoek trouw blijven aan hun huidige klanten, ook als die in verschillende wijken wonen. Welke cijfers bestaan hierover? Heeft dit ook een nadelig effect op de wachtlijst? Is er jurisprudentie over de vraag hoe lang mensen op een wachtlijst mogen staan? De cliëntenraad heeft nog geen antwoord gevonden op deze vragen.

De communicatieberichten van de gemeente naar Wmo cliënten zijn niet afgestemd met de Wmo Cliëntenraad. Deze zijn geheel voor rekening van de gemeente, omdat communicatie met cliënten een taak van de gemeente is.

Voor wat betreft de krappe arbeidsmarkt ziet de Wmo Cliëntenraad een mogelijke verlichting in het prominent benoemen van het pgb als volwaardig alternatief voor HbH in natura. Dan wordt de continuïteit gewaarborgd, omdat de zorgmedewerker niet over hoeft te stappen naar een nieuwe leverancier maar bij de cliënt kan blijven. De cliënt wordt dan werkgever, niet een van de nieuwe leveranciers. Deze suggestie heeft de cliëntenraad diverse malen aan de gemeente voorgelegd.

De cliëntenraad deelt de zorgen die zijn geuit door de PvdA over of en hoe huidige Wmo-cliënten straks huishoudelijke hulp kunnen blijven krijgen na deze spannende overgang naar nieuwe leveranciers, nog afgezien van de huidige zorgelijk lange wachtlijst

De cliëntenraad zal de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen.

Deel dit bericht: