Recht hebben op huishoudelijke hulp maar die niet of onvoldoende krijgen. Hulp die verdwijnt waardoor mensen op een wachtlijst terecht komen. Aanbestedingen voor aanbieders die vaak het vertrek van medewerkers betekenen. Het is een hoofdpijndossier geworden. Niet alleen voor de klanten maar ook voor de nieuwe wethouder, Rachel Streefland. Moet het systeem niet anders?
Anne Marieke Koot werkt twintig jaar als hulp bij het huishouden en herkent veel van de problemen die eerder op de website van de Nieuwe Utrechtse Krant (NUK) werden gemeld. Ze zit binnenkort met de wethouder om de tafel om mogelijke oplossingen te bespreken. “Ik loop liever niet op dat gesprek vooruit maar ik denk dat we af moeten van de aanbestedingen. Iedere aanbesteding heeft tot gevolg dat je medewerkers verliest. De afgelopen jaren hebben mijn collega’s en ik meerdere malen meegemaakt dat we overgingen van de ene naar de andere organisatie. Bijna altijd had dit tot gevolg dat we salaris inleverden, of betaalde reistijd en scholing kwijtraakten. Nu heeft de gemeente wel met de aanbieders afgesproken dat wij onze uren en ons loon behouden. Maar door de ervaringen uit het verleden vertrouwen veel medewerkers het niet.”

“Zelf werk ik tweeëntwintig uur per week en daar kan ik net van rondkomen”
“Bij sommige collega’s geeft deze transitie heel veel stress. Dat er op dit moment sprake is van een groot personeelstekort klopt. Maar dat wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de lage salarissen. Het komt voor dat medewerkers met een contract van weinig uren een aanvulling van de bijstand nodig hebben. Want het salaris zit maar net boven het minimumloon. En dit werk kan je niet 36 uur per week doen, daar is het te zwaar voor. Zelf werk ik tweeëntwintig uur per week en daar kan ik net van rondkomen. Maar ook ik heb moeten inleveren. De scholing en werkoverleg die nodig zijn om kwaliteit te kunnen bieden worden tegenwoordig niet meer vergoed.”

Ook vanuit de politiek wordt kritisch gekeken naar de aanbestedingen. PvdA-raadslid Ilse Raaijmakers zei eerder op De Nuk: “Dit is dus weer een aanbesteding in het sociaal domein die gepaard gaat met veel onrust en onzekerheid voor cliënten en medewerkers. Daar zijn wij als PvdA heel kritisch op en daarom zien we het liefst dat we stoppen met aanbesteden.” De partijen die de aanbesteding verloren zouden veel personeel zien vertrekken. De verwachting dat zij naar nieuwe aanbieders zouden overstappen, is vooralsnog niet uitgekomen. Is er een alternatief voor de aanbestedingen?

“Laat de gemeente werkgever worden en de medewerkers in dienst nemen”
“Dat is er zeker”, zegt Anne Marieke Koot. “De regie moet weer in handen van de gemeente komen. Laat de gemeente werkgever worden en de medewerkers in dienst nemen. Dan zijn zij verzekerd van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en heb je een oplossing voor de leegloop. Waarom dat niet gebeurt, weet ik niet. Misschien ziet de gemeente dit niet als haar taak maar vroeger was de hulp bij het huishouden ook bij de gemeente ondergebracht. Het kan dus wel.”

Ook Bert de Haas, bestuurder Zorg & Welzijn bij de FNV is van mening dat de aanbesteding een van de redenen is van de problemen die met de hulp bij het huishouden zijn ontstaan. Problemen die niet alleen in Utrecht spelen en structureel van aard zijn. “Door aan te besteden bij meerdere partijen ontstaat er een marktwerking die funest is voor de medewerkers. Er wordt door de partijen veel beloofd maar als de aanbesteding binnen is, blijkt de praktijk anders. Een voorbeeld: de gemeente vindt dat de medewerkers ook een signalerende functie moeten hebben. Niet alleen zorgen dat alles op orde is maar ook kijken hoe het met de client gaat. Is er sprake van vereenzaming, maakt de cliënt een depressieve indruk? Door dergelijke zaken te signaleren kan je erger voorkomen. Daar kom je achter door een kopje koffie te drinken en het gesprek aan te gaan. Helaas lukt dat niet. Want waar voorheen 3 uur stond voor een bezoek is dat nu teruggebracht naar 2 uur en 8 minuten. Op papier is bedacht dat dit voldoende is, maar de medewerkers zien dat hierdoor nauwelijks een relatie kan worden opgebouwd. Ik heb hierover met de wethouder gesproken maar die verwijst naar de aanbieder en zijn personeelsbeleid. En dan blijkt dus dat de invloed van de gemeente uiteindelijk heel beperkt is. De gemeente moet in deze de regie houden en aanbieders blijven aanspreken op gemaakte afspraken.”

“De marktwerking is funest voor het personeel en de dienstverlening”
De Haas erkent dat een tekort aan personeel meespeelt in de wachtlijsten. “Vreemd is dat niet. Het is zwaar werk dat slecht wordt betaald. Afhankelijk van het aantal dienstjaren verdien je tussen de 11 en 14 euro. Dat kan dus net boven het minimumloon zijn. Fulltime kan je dit werk niet doen, dus ik begrijp wel dat veel mensen de huishoudelijke zorg verlaten. Zeker als het werk nog eens wordt uitgekleed waardoor de relatie met de cliënt onder druk komt te staan. Als we het tekort echt willen oplossen, moet er gekeken worden naar een goede cao die recht doet aan dit belangrijke werk.” Bij de recente aanbesteding ging de zorg van 20 naar 4 aanbieders. Als het aan De Haas ligt, gaan we in de toekomst naar slechts een aanbieder. “We moeten echt af van de marktwerking in de zorg. Dat is voor het personeel en de dienstverlening funest. Gelukkig komt de landelijke politiek ook steeds meer tot dit inzicht.”

“Ik voel me steeds meer een bedelaar”
Ook mevrouw Vermeer is teruggezet naar een andere zorgaanbieder en staat inmiddels op een wachtlijst. “Maar op welke plek en wanneer ik weer aan de beurt ben? Ik heb geen idee.” Ilse Raaijmakers: “Het is zulk waardevol werk. Dat moeten we veel beter waarderen.” Vorige week heeft de Utrechtse gemeenteraad een motie aangenomen waarin wordt gesteld dat bij aanbestedingen een minimumloon van 14 euro per uur moet worden bedongen.

Bron: De Nieuwe Utrechtse Krant, 9 februari 2022

Deel dit bericht: