donderdag 27 februari 2020
Het aantal Wmo-cliënten dat gebruik maakt van huishoudelijk hulp vertoont het eerste halfjaar van 2019 een duidelijke toename ten opzichte van de eerste helft van 2018. Deze betreft vooral de midden- en hoge inkomens. Dat blijkt uit een tussenrapport van de Monitor Abonnementstarief Wmo.
Minister Hugo de Jonge (VWS) bericht hierover in de brief waarmee hij de Tweede Kamer onlangs op de hoogte bracht van de stand van zaken rond de implementatie van het abonnementstarief.
‘Mogelijk effect invoering abonnementstarief’
Het aantal Wmo-cliënten dat gebruik maakt van de voorziening hulp bij het huishouden steeg in het eerste halfjaar van 2019 met 7,2 procent ten opzichte van de eerste helft in 2018. ‘Hierbij kan mogelijk sprake zijn van een effect van de invoering van het abonnementstarief,’ schrijft de minister in zijn brief aan de Kamer. (Zie onderaan dit bericht.)
Signalen van gemeenten
Ondertussen zitten we in de eerst helft 2020 en zien veel gemeenten een verdere stijging van aanvragen voor (onder andere) huishoudelijke hulp ten opzichte van 2018. Dit bevestigt hun vrees dat invoering van het abonnementstarief zou leiden tot een forse aanzuigende werking waardoor de Wmo-budgetten van gemeenten nog verder onder druk komen te staan.
Monitor Wmo
Volgens afspraken tussen minister De Jonge en de VNG worden via de landelijke monitor de Wmo-uitgaven in beeld gebracht. In september wordt de rapportage over het gebruik van voorzieningen en over de uitgaven over heel 2019 opgeleverd. Aan de hand van deze uitkomsten bespreekt de VNG in oktober met de minister passende maatregelen, als de financiële gevolgen groter blijken dan eerder begroot.
Meer informatie
- Kamerbrief minister De Jonge over abonnementstarief Wmo, met bijlage ‘Monitor abonnementstarief Wmo’
Zie ook
- Update stand van zaken implementatie abonnementstarief Wmo (19 februari 2020)
- Onderzoek toont aanzuigende werking abonnementstarief aan (8 januari 2020)